De videoinstallatie bestaat uit drie beeldenreeksen, die gebaseerd zijn op found footage uit de koloniale geschiedenis van België en de Amerikaanse beeldcultuur.
De beelden maken de binaire, moreel-theoretische tegenstellingen zichtbaar die het Westerse denken constitueren (bvb. beschaafd-wild, ongeremd-gedisciplineerd, wit-zwart, rationeel-emotioneel).
Het werk wil op die manier de associatieve velden en culturele archieven (term Edward Said) zichtbaar maken die aan de basis liggen van het dominante Westerse zelfbeeld.
De beelden constitueren een semi-imaginaire geschiedenis, een “theory-fiction” die op indirecte wijze en zijdelings bepaalde aspecten van de historische en sociale realiteit belicht. Het heeft evenwel geen zin de beelden letterlijk, feitelijk of historisch te willen interpreteren.
Het werk wil in de eerste plaats bij de toeschouwer een gevoel van be- en vervreemding oproepen en op die manier mogelijks een aanzet bieden tot reflectie over de raciale denkbeelden en stereotypen die ons denken vooral onbewust sturen.